Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoi pi·pe·loi
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

hoi pipeloi

  1. (informeel) vrolijke begroeting
    • Oudijk schrijft ook dit verhaal vanuit de ik, het meisje dat achterblijft: "De vreemdste dingen dacht ik op dat moment. Dat we nooit meer hoi pipeloi tegen elkaar zouden zeggen." [2]
    • Hoi pipeloi Jean le Blanche. Gefeliciteerd met je verjaardag [3]
    • "Hoi Pipeloi" roepen de mensen al lang niet meer. [4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen