• hoe·rig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord hoerigheid hoerigheden
verkleinwoord
  1. (pejoratief) de mate waarin iets of iemand lijkt op een prostituee
     Het is een expositie in stijl die de prostitutie van toen alle eer aandoet. Het is allemaal met gretigheid en liefde geschilderd, maar ook ingetogen en realistisch. Een ongekende bonte verbeelding van al die vrouwen, alleen, samen, of met hun klandizie. Alle lagen van seks zonder liefde, vertoond zonder overdreven olala, zonder hoerigheid.[1]


  1.   Weblink bron “Groot vertoon van lichte zeden in het Van Gogh Museum” (zaterdag 20 februari 2016, 13:08), NOS