historisk
- hi·sto·risk
- Afkomstig van het Duitse bijvoeglijke naamwoord historisch, dat van het Latijnse woord historicus komt
- Deens bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -isk
Naar frequentie | 6289 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | historisk | ||
o enkelvoud | historisk | |||
meervoud | historiske | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
historiske |
historisk
- historisk in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
- hi·sto·risk
- Afkomstig van het Duitse bijvoeglijke naamwoord historisch, dat van het Latijnse woord historicus komt
- Noors bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -isk
Naar frequentie | 7046 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | historisk | ||
o enkelvoud | historisk | |||
meervoud | historiske | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
historiske |
historisk
- hi·sto·risk
- Afkomstig van het Duitse bijvoeglijke naamwoord historisch, dat van het Latijnse woord historicus komt
- Nynorsk bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -isk
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | historisk | ||
o enkelvoud | historisk | |||
meervoud | historiske | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
historiske |
historisk