• hin·ni·kend
vervoeging van: hinniken
verbogen vorm: hinnikende

hinnikend

  1. onvoltooid deelwoord van hinniken
stellend
onverbogen hinnikend
verbogen hinnikende
partitief hinnikends

hinnikend

  1. bezig zijnd met het maken van paardengeluiden
    • Deze roemruchte historie vormt de grootste attractie van Williamsburg. Speciaal voor de merendeels Amerikaanse bezoekers worden de veldslagen af en toe nagespeeld. Losse flodders, kruitdamp, hinnikende paarden, wapengekletter, hoorngeschal; het hoort er allemaal bij en het levert fantastische foto’s en video’s op. [1] 
    • Mijn zoon wijst naar alles wat hij ziet, klapt en juicht bij elk hinnikend paard langs de kant van de weg. [2] 



  1. De Telegraaf PRISCILLA SPEIJER 23 jan. 2013 Traditie en vertier
  2. De Telegraaf 03 jun. 2014 Prentenboek