Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hin·gen aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhangen

hingen (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanhangen
    • Wij hingen aan. 
    • Jullie hingen aan. 
    • Zij hingen aan. 

Gangbaarheid