aanhangen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en hangen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanhangen |
hing aan |
aangehangen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
aanhangen
- inergatief hangend blijven vastzitten
- Er hing een druppel aan.
- overgankelijk hangend bevestigen
- Er werd een merkteken aangehangen.
- overgankelijk toegedaan zijn
- Hij hing de gedachte aan dat Obama niet in de Verenigde Staten geboren was.
Uitdrukkingen en gezegden
- met aanhangend water koken
koken zonder extra water toe te voegen
Gangbaarheid
- Het woord aanhangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanhangen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be