Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hing rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondhangen

hing rond

  1. enkelvoud verleden tijd van rondhangen
    • Ik hing rond. 
    • Jij hing rond. 
    • Hij, zij, het hing rond. 


Gangbaarheid