Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hing los
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
loshangen

hing los

  1. enkelvoud verleden tijd van loshangen
    • Ik hing los. 
    • Jij hing los. 
    • Hij, zij, het hing los. 


Gangbaarheid