himbo
- him·bo
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | himbo | himbo's |
verkleinwoord |
de himbo m
- leeghoofdige man die overdreven veel aandacht besteedt aan zijn uiterlijk
- Het woord himbo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.