• her·tel·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord hertelling hertellingen
verkleinwoord

de hertellingv

  1. het opnieuw tellen van de stemmen na een verkiezing
     Afgelopen weekend werd al duidelijk dat de hertelling die Trump had aangevraagd in Wisconsin hem niets heeft gebracht. Biden bleek er na de hertelling nog 132 stemmen bij te krijgen, waarmee zijn voorsprong van ruim 20.000 stemmen nog wat groter werd. In Arizona heeft Biden de president verslagen met 10.457 stemmen.[2]
     President Trump spant opnieuw een rechtszaak aan tegen de uitslag van de presidentsverkiezingen. Hij wil in Georgia, waar al twee hertellingen zijn geweest, de uitslag door de rechter ongeldig laten verklaren.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ook Arizona en Wisconsin wijzen Biden officieel aan als winnaar” (Dinsdag 1 december 2020, 01:46), NOS
  3.   Weblink bron “Trump opnieuw naar de rechter, nu om uitslag Georgia aan te vechten” (Zaterdag 5 december 2020, 01:06), NOS