Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·stel·fa·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herstelfase herstelfases
herstelfasen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de herstelfasev

  1. tijdsperiode die gebruikt wordt om te herstellen of uit te rusten
     "Lieke staat er goed op en is fit. Ze heeft zondag 90 minuten gespeeld bij FC Barcelona, maar heeft in die wedstrijd een behoorlijke tik gehad. Ze zit nu nog in de herstelfase en traint morgen weer mee."[1]
  2. tijd dat iets beter gaat nadat het eerst slechter is gegaan
     "We zitten in de herstelfase", aldus Jan van Halst, technisch en commercieel directeur van de club. "Nu gaan we weer opbouwen en dat geeft energie."[2]
     Eric Uijen van metaalfonds PME vindt dat er "mooie stappen" zijn gemaakt, maar zegt dat het fonds nog niet uit de herstelfase is. De dekkingsgraad van PME steeg van 100 procent naar 101,6 procent, waarmee het fonds nu iets meer vermogen achter de hand heeft dan het de komende decennia aan verplichtingen heeft.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Wiegman stelt iedereen gerust: 'Martens staat er goed op'” (Dinsdag 6 november 2018, 19:45), NOS
  2.   Weblink bron “Hutspot en worst voor het nieuwe FC Twente” (Donderdag 12 januari 2017, 12:23), NOS
  3.   Weblink bron “Pensioenfondsen staan er iets beter voor” (Donderdag 19 oktober 2017, 05:14), NOS