• her·on·der·han·de·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
heronderhandelen
heronderhandelde
heronderhandeld
zwak -d volledig

heronderhandelen

  1. inergatief ~ over opnieuw over iets onderhandelen
    • Daarover gaat niet heronderhandeld worden. 
  2. overgankelijk iets ~ iets opnieuw onderhevig maken aan onderhandeling
    • Dat contract kan best heronderhandeld worden.