Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·ren·so·ci·e·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herensociëteit herensociëteiten
verkleinwoord herensociëteitje herensociëteitjes

Zelfstandig naamwoord

de herensociëteitv / m

  1. gezelligheidsvereniging voor mannen
    • We hebben al twee jaar een herensociëteit in ons dorp. 

Gangbaarheid