1. dim. tant. verkleinvorm van herdersuur.
  • her·ders·uur·tje

het herdersuurtjeo

  1. (eufemisme) tijdstip of moment waarop geliefden heimelijk samen kunnen zijn
     gij moogt tot veele andere dingen goed zijn, maar gewis niet tot Minnaar of uitlegger der Liefde. Hier is alles oogenblik, alles gelukkig Herdersuurtje![1]
  1.   Weblink bron
    Rhijnvis Feith
    Tweede brief. Over het minnedicht in 't algemeen. in: Brieven over verscheide onderwerpen., Deel 5 (1790), Johannes Allart, Amsterdam, p. 50 op dbnl.org