• her·con·tro·le
enkelvoud meervoud
naamwoord hercontrole hercontroles
verkleinwoord

de hercontrolev / m

  1. het iets of iemand opnieuw bekijken, evalueren, controleren of beoordelen
     Ook het toezicht door gemeenten is laks. In vijf van de vijftien gemeenten worden veehouderijen maar eens in de zeven tot dertien jaar gecontroleerd. En als er dan tekortkomingen worden geconstateerd, komt de hercontrole vaak te laat of helemaal niet. Dat tast de geloofwaardigheid van het toezicht aan, zegt de provincie.[2]
     De helft van de instellingen die niet voldoen aan de zorgcriteria schoot tekort op 10 of meer van de 15 beoordelingspunten. Zeven instellingen haalden op alle vlakken een onvoldoende. 35 zorginstellingen werden een tweede keer gecontroleerd door de inspectie. Bij slechts zestien instellingen was de zorg bij hercontrole wel voldoende.[3]
  1. hercontrole op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Steekproef: Brabantse veehouderijen overtreden regels” (11-09-2017), NOS
  3.   Weblink bron “Thuiszorg nieuwe instellingen bij controle vrijwel altijd onder maat” (02-08-2018), NOS