Hengsel [1]
Emmer met hengsel [2]
  • heng·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord hengsel hengsels
verkleinwoord hengseltje hengseltjes

het hengselo

  1. een eenvoudig scharnier waarbij een deur op een of meer vertikale metalen staven gehangen wordt
    • Je kunt de deur zo van de hengsels lichten. 
  2. een stuk gebogen draad, al of niet van metaal, op twee plaatsen aan bijvoorbeeld een emmer bevestigd, waaraan deze opgepakt of -gehangen kan worden
97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]