• hen·di·a·dys
enkelvoud meervoud
naamwoord hendiadys hendiadyssen
verkleinwoord - -

de hendiadysv / m [3]

  1. (letterkunde) stijlfiguur waarbij een begrip door twee zelfstandige naamwoorden wordt aangeduid, waarvan er één de betekenis van bijvoeglijk naamwoord heeft
6 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[4]