hendiadys
- hen·di·a·dys
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘stijlfiguur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
- afgeleid van het Griekse ἕν διὰ δυοῖν 'hén dià dyoîn' (één door twee) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hendiadys | hendiadyssen |
verkleinwoord | - | - |
- (letterkunde) stijlfiguur waarbij een begrip door twee zelfstandige naamwoorden wordt aangeduid, waarvan er één de betekenis van bijvoeglijk naamwoord heeft
- Het woord hendiadys staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hendiadys" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hendiadys" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hendiadys op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be