Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heel·huids
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

heelhuids

  1. ongedeerd, zonder ernstige schade
    • Urenlang vuurde men in het duistere Middelburg kanonschoten op het huis van Steveninck af, die met zijn geweer bleef terugvuren, totdat hij het moest opgeven en wonder boven wonder heelhuids wist te ontkomen. [1]
     Ik zat niet op de Everest en ging ervan uit heelhuids weer thuis te komen, maar ik was me er wel van bewust dat ik dwars door de wildernis liep en dat er reële risico’s aanwezig waren. Elk jaar verongelukken er gemiddeld 3 hikers op de PCT.[2]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Wit, C.H.E. de
    De Nederlandse revolutie van de achttiende eeuw 1780-1787. Oligarchie en proletariaat. (1974) H.J.J. Lindelauf, Oirsbeek
    ; p.122; geraadpleegd 2016-03-22
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be