heelhuids
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heel·huids
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van heel (bijvoeglijk naamwoord) en huid (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -s
Bijwoord
heelhuids
- ongedeerd, zonder ernstige schade
- Urenlang vuurde men in het duistere Middelburg kanonschoten op het huis van Steveninck af, die met zijn geweer bleef terugvuren, totdat hij het moest opgeven en wonder boven wonder heelhuids wist te ontkomen. [1]
- ▸ Ik zat niet op de Everest en ging ervan uit heelhuids weer thuis te komen, maar ik was me er wel van bewust dat ik dwars door de wildernis liep en dat er reële risico’s aanwezig waren. Elk jaar verongelukken er gemiddeld 3 hikers op de PCT.[2]
Gangbaarheid
- Het woord heelhuids staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heelhuids" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Wit, C.H.E. deDe Nederlandse revolutie van de achttiende eeuw 1780-1787. Oligarchie en proletariaat. (1974) H.J.J. Lindelauf, Oirsbeek; p.122; geraadpleegd 2016-03-22
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be