Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heel aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhelen

heel (...) aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhelen
    • Ik heel aan. 
  2. gebiedende wijs van aanhelen
    • Heel aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhelen
    • Heel je aan? 

Gangbaarheid