• hav·ne·fogd
  • Samenstelling van havn (haven) en fogd met het invoegsel -e-.

havnefogd m

  1. havenmeester
    «Havnefogden overvåker og administrerer trafikk i og rundt norske havner.»
    De havenmeester oefent de toezicht uit en beheert in en rond de Noorse havens.
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   havnefogd     havnefogden     havnefogder     havnefogdene  
genitief   havnefogds     havnefogdens     havnefogders     havnefogdenes