havezate
- ha·ve·za·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havezate | havezaten |
verkleinwoord | - | - |
- (geschiedenis), (landbouw) grote boerderij met land
- Een havezate is een versterkte boerderij.
- (geschiedenis), (adel) ridderlijk goed of kasteel, m.n. in de toenmalige gewesten Drenthe en Overijssel
- ▸ In ruil voor deelname aan het provinciaal bestuur genoot de bezitter van een havezate belastingvoordelen.[3]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord havezate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ havezate op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wat is een landgoed?”, Landgoederen in Overijssel