hardrock
  • hard·rock
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘harde rockmuziek’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hardrock
verkleinwoord

de hardrockm

  1. (muziek) zeer luidruchtige rock-'n-roll muziek met elektrisch gitaren en harde drums
    • Mike Kerr en Ben Thatcher pakten de Lotto Arena in zoals ze een paar maanden geleden nog de festivalwei van Werchter inpalmden: met rocksongs die meer hardrock dan punk ademden en genoeg panache hadden om hun hoge aaibaarheidsfactor even te doen vergeten.[3] 
    • De leden van Metallica mogen dan al 36 jaar hun splijtend harde hardrock spelen, de volumestand gaat geen millimeter naar beneden. Ook vanavond niet tijdens het eerste van twee uitverkochte concerten in de Ziggo Dome.[4] 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]