harderwijker
Niet te verwarren met: Harderwijker |
- har·der·wij·ker
- afleiding van Harderwijk met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harderwijker | harderwijkers |
verkleinwoord |
de harderwijker m
- in Harderwijk gerookte bokking
- Het woord harderwijker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.