Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hap·pe·ning·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen happeningachtig happeningachtiger happeningachtigst
verbogen happeningachtige happeningachtigere happeningachtigste
partitief happeningachtigs happeningachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

happeningachtig

  1. lijkend op of eigenschappen hebbend van een happening
    • De bijeenkomsten bij het Lievertje in Amsterdam in de jaren 1960 waren happeningachtige gebeurtenissen. 

Gangbaarheid