handelde af
- Geluid: handelde af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑndəldə ɑf / (4 lettergrepen)
- han·del·de af
vervoeging van |
---|
afhandelen |
handelde af
- enkelvoud verleden tijd van afhandelen
- Ik handelde af.
- Jij handelde af.
- Hij, zij, het handelde af.
- Ik handelde af.
- Het woord handelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.