haltepaal
- hal·te·paal
- samenstelling van halte zn en paal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haltepaal | haltepalen |
verkleinwoord | haltepaaltje | haltepaaltjes |
de haltepaal m
- paal die aangeeft waar een openbaar vervoermiddel (bus of tram) stopt
- Het woord haltepaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.