• half·ze·ven
enkelvoud meervoud
naamwoord halfzeven
verkleinwoord

de halfzevenv / m

  1. een tijdstip op de klok halverwege zes en zeven uur
80 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be