halfvier
- half·vier
- samenstelling van half en vier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfvier | |
verkleinwoord |
- een tijdstip op de klok halverwege drie en vier uur
- Het woord halfvier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halfvier" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be