Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·jaar·winst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halfjaarwinst halfjaarwinsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de halfjaarwinstv

  1. de winst die een organisatie in 6 maanden heeft gemaakt
     De halfjaarwinst is verschrompeld naar een schamele 1,6 miljard dollar. In 2011-2014, de gloriejaren van hoge olieprijzen, bedroeg de jaarwinst van Shell nog 10 tot 25 miljard dollar.[1]
     In het eerste kwartaal werd ook al 1,3 miljard euro winst geboekt, zodat de halfjaarwinst nu al meer dan 2,5 miljard euro bedraagt. De kosten voor regelgeving, zoals bankenbelasting, depositogarantiestelsel en en Europees bankenfonds, vielen het afgelopen kwartaal mee, slechts 75 miljoen tegen 500 miljoen in het eerste kwartaal. ING beklaagde zich erover dat de kosten hoog oplopen en dit jaar uitkomen op bijna een miljard.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Winst Shell loopt met tachtig procent terug” (Donderdag 28 juli 2016, 09:24), NOS
  2.   Weblink bron “Meer klanten en meer winst voor ING” (Woensdag 3 augustus 2016, 07:47), NOS