hakt hout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hakt hout
Woordherkomst en -opbouw
- uit hakt (werkwoord) en hout (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
houthakken |
hakt (…) hout
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken
- Jij hakt hout.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken
- Hij hakt hout.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van houthakken
- Hakt hout!
Gangbaarheid
- Het woord hakt hout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.