Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • had over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overhebben

had over

  1. enkelvoud verleden tijd van overhebben
    • Ik had over. 
    • Jij had over. 
    • Hij, zij, het had over. 


Gangbaarheid