hachsjara
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hach·sja·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hachsjara | hachsjarot |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) voorbereiding op een bepaalde taak, met name op leven in Israël
Gangbaarheid
- Het woord 'hachsjara' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.