haarföhn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- haar·föhn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar en föhn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haarföhn | haarföhns |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de haarföhn m
- föhn om het haar te drogen, haardroger
Gangbaarheid
- Het woord haarföhn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haarföhn" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be