Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haal·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haalbaarheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de haalbaarheidv

  1. mate waarin een doel bereikbaar is
  2. mogelijkheid dat een doel bereikt kan worden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid