Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haak·ten in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inhaken

haakten (…) in

  1. meervoud verleden tijd van inhaken
    • Wij haakten in. 
    • Jullie haakten in. 
    • Zij haakten in. 

Gangbaarheid