gruwelstuk
- Geluid: gruwelstuk (hulp, bestand)
- gru·wel·stuk
- samenstelling van gruwel zn en stuk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gruwelstuk | gruwelstukken |
verkleinwoord | gruwelstukje | gruwelstukjes |
- verfoeilijke, vreselijke daad of gebeurtenis
- ▸ Die eens zo gezellige kamer, veranderd in een scène uit een of ander hels gruwelstuk, iets wat ik me nooit had kunnen indenken.[2]
- Het woord gruwelstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939