• grot·ten·stel·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord grottenstelsel grottenstelsels
verkleinwoord

het grottenstelselo

  1. (geologie) groep met elkaar verbonden ondergrondse ruimtes
     Die ging over een opmerkelijk grottenstelsel in Lascaux in West-Frankrijk, waar een paar jongens in 1940 bij toeval zeventienduizend jaar oude grotschilderingen hadden ontdekt.[1]
     De twaalf voetballers en hun coach zijn na twee weken veilig uit een grottenstelsel in Noord-Thailand gehaald. De groep kwam op 23 juni vast te zitten in de Tham Luang-grotten, toen die door zware regenval onder water liepen.[2]
  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  2.   Weblink bron “Van wanhoop naar ontlading: de redding van het Thaise team in beeld” (10-07-2018), NOS