Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gros·siers·kor·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grossierskorting grossierskortingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de grossierskortingv

  1. korting die men verkrijgt als grossier

Gangbaarheid