grootvleugeligen
- Geluid: grootvleugeligen (hulp, bestand)
- IPA: / ɣrotˈfløɣələɣə(n) / (5 lettergrepen)
- groot·vleu·ge·li·gen
- [1] grootvleugelige met uitgang -en
- [2] leenvertaling van Latijn megaloptera gevormd met Oudgrieks μεγάλος (megálos) "groot" en πτερόν (pterón) "vleugel"
de grootvleugeligen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grootvleugelige
- meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Megaloptera , insecten die relatief grote vleugels hebben
- ▸ Net zoals de grootvleugeligen en de kameelhalsvliegen hebben de netvleugeligen doorzichtige vleugels met een zichtbare velugeladering.[1]
- [2] zie de categorie: Grootvleugeligen in het Nederlands
- [2] zie de categorie Insecten in het Nederlands
- Het woord 'grootvleugeligen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron jaapvette“Netvleugeligen” (13 september 2020) op veluwezoominbeeld.nl