Nederlands

 
Verschillende grootvleugeligen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·vleu·ge·li·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de grootvleugeligenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grootvleugelige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Megaloptera  , insecten die relatief grote vleugels hebben
     Net zoals de grootvleugeligen en de kameelhalsvliegen hebben de netvleugeligen doorzichtige vleugels met een zichtbare velugeladering.[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    jaapvette
    “Netvleugeligen” (13 september 2020) op veluwezoominbeeld.nl