grootvaderschap
  • groot·va·der·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord grootvaderschap
verkleinwoord

het grootvaderschapo

  1. het opa zijn; het hebben van kleinkinderen
     Na veertig jaar 'høken' en 'angoan', begrippen die volgens de band 'uit je bol gaan' of 'lol trappen' betekenen, wordt het voor de 68-jarige zanger Bennie Jolink fysiek te zwaar. Jolink kampt al langer met zijn gezondheid en wil zich meer gaan richten op kunstschilderen en het grootvaderschap.[1]
     Het grootvaderschap maakt Charles (64) naar eigen zeggen nog meer bewust van de verantwoordelijkheid die de huidige generatie heeft. Hij doelde vooral op klimaatverandering.[2]


  1.   Weblink bron “In beeld: 40 jaar høken met Normaal” (Donderdag 14 mei 2015, 12:05), NOS
  2.   Weblink bron “Prins Charles: ik word erg oud” (Maandag 7 januari 2013, 01:25), NOS