groepsresistentie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groeps·re·sis·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van groep en resistentie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groepsresistentie | groepsresistenties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de groepsresistentie v
- (medisch) het als groep of samenleving als geheel resistent zijn tegen een ziekteverwekker