groentekar
- Geluid: groentekar (hulp, bestand)
- groen·te·kar
- samenstelling van groente zn en kar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groentekar | groentekarren |
verkleinwoord | groentekarretje | groentekarretjes |
- tweewielige kar waarop groente ligt uitgestald die door een groenteman wordt verkocht
- ▸ De protesacties lijken geïnspireerd door de wanhoopsdaad van een Tunesische groentenverkoper op 17 december. Toen zijn groentekar in beslag werd genomen, stak hij zichzelf in brand uit onvrede over de uitzichtloosheid van de situatie van jongeren.[1]
- Het woord groentekar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Meer zelfverbrandingen Noord-Afrika” (Maandag 17 januari 2011, 16:08), NOS