groente-exporteur
- groen·te-ex·por·teur
- samenstelling van groente zn en exporteur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groente-exporteur | groente-exporteurs |
verkleinwoord |
de groente-exporteur m
- (beroep) bedrijf of persoon die groentes verkoopt in het buitenland
- ▸ Het zijn vooral de Spaanse, Franse en Italiaanse groente- en fruitexporteurs die op dit moment met de handen in het haar zitten, zegt Van Geest. Die maken vooral bemande ritten, via de Kanaaltunnel en de ferry's in Calais. "Ze krijgen niks in Engeland en komen zelfs bij ons terecht." Tevergeefs, want de capaciteit is er simpelweg niet.[1]
- Het woord groente-exporteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Chaos in Dover groeit, Nederlandse export gaat grotendeels (nog) door” (22-12-2020), NOS