Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groensteen groenstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

groensteen m/o [1]

  1. gesteente met een groene kleur
     Het lokale groensteen is een kalksteen dat poreus en onderhevig aan snelle aftakeling wanneer blootgesteld aan het Engelse weer is en hierdoor ondermaats bouwmateriaal.[2]
  2. tegel met uitsparingen waardoorheen gras kan groeien

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Bolingbroke Castle” (geraadpleegd 12 april 2021), Wikipedia