Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groei·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groeiland groeilanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het groeilando

  1. land met een sterke economische groei
    • In de Verenigde Staten neemt het aantal faillissementen dit jaar naar verwachting juist af. Opvallend is dat groeiland Brazilië met 28 procent toch een sterke stijging van het aantal faillissementen kent. [1] 
    • Een werkweek van een uur of 60 en blijven investeren in plaats van consumeren, pas dan is economische groei gegarandeerd! Minder kan ook, maar dan moet je ook bereid zijn met minder genoegen te nemen. Dan kies je niet voor wonen in Groeiland, maar voor een leven in Krimpland. [2] 

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen