• groei·kracht
enkelvoud meervoud
naamwoord groeikracht
verkleinwoord

de groeikrachtv / m

  1. (biologie) het vermogen van organismen om zich te ontwikkelen
     Door zijn populariteit als tuinplant maar ook de enorme groeikracht - soms tot wel vier meter hoog - heeft de Japanse duizendknoop in Engeland al zo veel schade aangericht dat grond met de plant niet meer vervoerd mag worden zonder speciale vergunning.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Het gevaar van de Japanse duizendknoop” (Zaterdag 23 juni 2018, 10:04), NOS