groeiden aaneen
- Geluid: groeiden aaneen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrujdə(n) anˈen / (4 lettergrepen)
- groei·den aan·een
vervoeging van |
---|
aaneengroeien |
groeiden (…) aaneen
- meervoud verleden tijd van aaneengroeien
- Wij groeiden aaneen.
- Jullie groeiden aaneen.
- Zij groeiden aaneen.
- Wij groeiden aaneen.
- Het woord groeiden aaneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.