Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·naat·ca·me·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord granaatcamera granaatcamera's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de granaatcamerav / m

  1. robuuste plastic bol met camera's en zender die met een granaatwerper kan worden afgeschoten om van een omgeving van een afstand een totaal overzicht te krijgen

Gangbaarheid