grabbelaar
- Geluid: grabbelaar (hulp, bestand)
- grab·be·laar
- naamwoord van handeling van grabbelen met het achtervoegsel -aar [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grabbelaar | grabbelaars |
verkleinwoord |
de grabbelaar m
- persoon die grabbelt of graait
- ▸ Senegal begon sterk en kwam verdiend op voorsprong, al kreeg het daarbij wel de hulp van doelman Eiji Kawashima. Die deed z'n reputatie van grabbelaar alle eer aan door de bal tegen Sadio Mané te stompen. Via diens knie belandde de bal in het net.[2]
- Het woord grabbelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Invaller Honda helpt Japan in slotkwartier aan gelijkspel” (Zondag 24 juni 2018, 18:51), NOS