Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gouw·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gouwdag gouwdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gouwdagm

  1. speldag voor de jeugd uit een bepaalde regio
     De Gouwdag is een tweejaarlijkse speldag voor alle Kabouters en Pagadders (en hun leiding) van alle bonden van KSA Noordzeegouw.[2]

Gangbaarheid

26 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    KSA Noordzeegouw
    “GOUWDAG 2020” (2020), KSA Noordzeegouw
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be